Pacemakerimplantatie
1. Inleiding
Het hart is uitgerust met een soort elektrisch startsysteem dat vele malen per minuut de hartspier een prikkel geeft om samen te trekken. Zo wordt het bloed uit het hart gepompt en verspreid in het lichaam. Als het eigen elektrische systeem van het hart minder efficiënt wordt en een te lage hartslag veroorzaakt, kan de hartspier via een uitwendige bron gestimuleerd worden om het hart te laten samentrekken. Door middel van een kleine ingreep wordt dan een pacemaker ingeplant.
2. Wat is een pacemaker?
Een pacemaker is een klein elektronisch toestel dat met een bepaalde regelmaat en sterkte via een elektrode een elektrische prikkel naar het hart stuurt om het kunstmatig te doen samentrekken. Die prikkel kan continu gegeven worden of enkel wanneer het nodig is om het hartritme te regelen. De pacemaker bestaat uit een pacemakerbatterij die door middel van fijne draadjes verbonden is met de rechter kamer (ventrikel) en/of voorkamer (atrium) van het hart. Soms wordt ook een derde elektrode geplaatst in de linker hartkamer. Dit is bijvoorbeeld het geval bij patiënten met hartfalen, ten gevolge van een verzwakte hartfunctie. Dit wordt een biventriculaire pacemaker genoemd, ofwel cardiale resynchronisatie therapie (CRT). De fijne elektrische draadjes zijn omgeven door isolatiemateriaal. Via deze draadjes “voelt” de pacemaker de elektrische activiteit in het hart en kan hij, indien nodig, het hartritme ondersteunen.
3. Voorbereiding
3.1 Voorbereidingen thuis
- Het is belangrijk dat u alle medicatie die u thuis neemt, meldt aan de cardioloog. Hij zal dan beslissen welke medicatie verder mag en welke niet. Breng een lijst van alle thuismedicatie mee naar het ziekenhuis.
- ndien u bloedverdunnende medicatie neemt, is het belangrijk dit zeker te melden aan de verpleging of de cardioloog.
- Indien u inspuitingen krijgt met insuline, meld dit dan op voorhand aan de verpleging of de cardioloog. Zo kan de dosis voor de ochtend van de operatie afgesproken worden.
- Indien u de dag van de operatie zelf in het ziekenhuis binnen komt, is het belangrijk op voorhand af te spreken met uw arts of u die ochtend nog mag eten of niet en welke medicatie u mag nemen en welke niet.
3.2 Voorbereidingen in het ziekenhuis
- Als u allergieën hebt (bijvoorbeeld voor een bepaald ontsmettingmiddel of verband), gelieve dit dan zeker te melden aan de verpleging of de arts.
- De pacemakerimplantatie gebeurt door middel van een kleine chirurgische ingreep, waarbij een incisie gemaakt wordt om de pacemaker onderhuids te kunnen inplanten. De operatie gebeurt meestal onder plaatselijke verdoving. Ter voorbereiding zal een bloedafname en een RX (röntgenfoto) van de borstkas genomen worden. De verpleegkundige zal de plaats waar de pacemaker geplaatst zal worden scheren en ontsmetten. U zal ook een infuus krijgen.
- Een paar uur voor de operatie moet u nuchter blijven. Dit betekent dat u vanaf middernacht niet meer mag eten of drinken (afhankelijk van het tijdstip van operatie).
- Het is belangrijk dat de verpleging weet of u rechts- of linkshandig bent. Dit om te bepalen aan welke kant de pacemaker geplaatst zal worden. De arts heeft hieromtrent steeds de eindbeslissing.
- Vergeet niet om uw juwelen en vals gebit te verwijderen bij het vertrek naar de operatiezaal. » Vlak voor het vertrek naar de operatiezaal gaat u best nog eens naar het toilet.
4. Hoe verloopt de ingreep?
U wordt met uw bed naar de operatiezaal gebracht. De ingreep gebeurt meestal onder plaatselijke verdoving. Om besmettingsgevaar te vermijden, wordt de operatiezone nogmaals ontsmet en krijgt u zogenaamde steriele doeken over u. Het is belangrijk dat u deze doeken niet langs de bovenzijde aanraakt. De arts zal een insnede maken in de huid ter hoogte van het schouder/hals gebied. Via de grote ader onder het sleutelbeen worden dan 1, 2 of 3 draden (volgens noodzaak) tot in het hart gebracht. Aan het andere uiteinde van de draden sluit hij de eigenlijke pacemaker aan. De arts plaatst het kleine toestel (met de batterij) onder de huid. Daarna wordt de huid gehecht en afgedekt met een steriel verband. Dit verband blijft ter plaatste tot de dag na de ingreep. U blijft nog even onder controle in de recovery (ontwaakzaal). Daarna mag u terug naar de kamer voor verdere observatie.
5. Nazorg
5.1 Tijdens uw ziekenhuisverblijf
Het is belangrijk om de arm langs de kant van de implantatie helemaal stil te houden gedurende de eerste 24 uur na de operatie. Daarom krijgt u een draagdoek aan de arm aan de kant van de plaatsing. U houdt ook bedrust tot de dag na de operatie. Uw parameters (zoals bloeddruk, pols en temperatuur) zullen op geregelde tijdstippen gecontroleerd worden. Ook het verband zal door de verpleging regelmatig gecontroleerd worden op bloedingen. Na de operatie mag u terug eten en drinken zoals voordien, maar u mag niet te recht zitten. De verpleegkundige zal u helpen hierbij. Ook bezoek mag u ontvangen. De eerste dag na de operatie zal er opnieuw een bloedafname gebeuren en zal er een elektrocardiogram genomen worden. Er zal ook een RX-foto van de borstkas genomen worden om te kijken of de elektroden nog goed zitten. Nadat de cardioloog deze foto bekeken en goedgekeurd heeft, mag u rechtop zitten en mag de draagdoek verwijderd worden. Afhankelijk van het advies van de arts mag u uit bed komen om naar het toilet te gaan, maar enkel onder begeleiding van een verpleegkundige.
Er zal op de wonde ook een verband gelegd worden waarmee u mag douchen. Baden is hiermee niet toegelaten. Dit verband mag ter plaatse blijven tot de controle bij de chirurg. De cardioloog zal u bij zich roepen om de pacemaker te controleren, zogenaamd “uit te lezen”. Zo kan er gecontroleerd worden of de pacemaker goed functioneert. U krijgt ook een kaartje dat u drager bent van een pacemaker. Het is zeer belangrijk dat u dit kaartje ten allen tijde bij zich draagt. Het is ten sterkste aan te raden dit kaartje bij uw identiteitskaart te steken in uw portefeuille.
Voordat u naar huis mag, zal u een nieuwe afspraak mee krijgen bij de cardioloog.
5.2 Thuis
- U voorziet best vervoer om naar huis te gaan. Indien u dit wenst, kunnen wij uw familie hiervoor contacteren of kunnen wij ziekenvervoer aanvragen om u thuis te brengen. In geen geval mag u zelf naar huis rijden.
- Draag altijd uw pacemaker-identificatiebadge bij u. Het is ten sterkste aangeraden deze steeds bij uw identiteitskaart te bewaren in uw portefeuille.
- Na uw thuiskomst maakt u best een afspraak bij uw huisarts om de draadjes te verwijderen. Dit gebeurt meestal na 10 à 12 dagen.
- U mag niet baden zolang de draadjes nog in de wonde zitten. Douchen mag wel.
- U mag huishoudelijke apparaten (zoals strijkijzer) gebruiken, op voorwaarde dat deze geen defecten vertonen.
- U mag minstens een maand niet zelf met de auto rijden.
6. Leven met een pacemaker
Werkhervatting
Mensen met een pacemaker kunnen vrijwel alle beroepen uitoefenen. Na enkele weken kunt u uw beroepsleven hervatten. Sommige apparaten kunnen echter gevaarlijk zijn voor uw pacemaker. Hieromtrent maakt u best afspraken met uw cardioloog.
Reizen
Reizen is nog steeds mogelijk, ook naar het buitenland. De controlepoorten op de luchthaven kunnen een probleem vormen, daarom toont u best uw identificatiebadge bij iedere controle.
Sport
U kunt met een pacemaker zonder probleem wandelen, fietsen of sporten. Maak hieromtrent wel duidelijke afspraken met de cardioloog en wacht met sporten tot na de eerste pacemakercontrole. Bepaalde contactsporten zoals judo, rugby en voetbal moeten echter wel vermeden worden, omdat trappen of klappen de pacemaker of de draden kan beschadigen.
Schadelijke apparatuur
Huishoudelijke apparaten (zoals mixer, strijkijzer en microgolfoven) vormen geen enkel probleem voor de pacemaker op voorwaarde dat er geen defecten zijn. Grote elektrische stromen (zoals op bepaalde afdelingen in een ziekenhuis of in een fabriek) kunnen wel voor problemen zorgen. In het ziekenhuis worden deze afdelingen aangeduid. Het gaat hier bijvoorbeeld over radiologie en NMR. Als pacemakerpatiënt mag u geen magnetische scans ondergaan (NMR/MRI). Vermeld daarom bij iedere ziekenhuisopname dat u een pacemaker heeft.
Telefoneren
Telefoneren met een vaste telefoon vormt geen enkel probleem. Wanneer u uw gsm gebruikt, moet u deze steeds op minimum 10 cm afstand houden van uw pacemaker. Dit om storingen in de pacemakeractiviteit te verhinderen. Bij voorkeur houdt u uw gsm aan uw rechteroor wanneer uw pacemaker links zit en omgekeerd.
Autorijden
Na de pacemakerimplantatie mag u gedurende een maand niet met de auto rijden. Deze periode kan verlengd worden op advies van de arts. Bespreek dit met uw cardioloog.
7. Vervanging van de pacemaker
De levensduur van de pacemaker wordt bepaald door het gebruik ervan. Als de pacemaker de hartactiviteit voortdurend moet ondersteunen, zal de batterij eerder leeg zijn dan wanneer de pacemaker slechts moet invallen wanneer het hart te traag klopt. De meeste batterijen gaan 6 tot 8 jaar mee. U hoeft geen schrik te hebben dat de pacemaker plots uitvalt. De levensduur kan zeer nauwkeurig opgevolgd worden tijdens de periodieke controle bij uw cardioloog. De batterij zal tijdig vervangen worden.
Hartcentrum Meetjesland
De thuisbasis van het Hartcentrum Meetjesland is het AZ Alma Eeklo, maar ook in Sijsele, Aalter en Assenede kan u bij ons terecht!
Copyright © 2024 - Hartcentrum Meetjesland | Privacy & Cookies | Handcrafted by CrayonCru®